“Ik heb thuis een glazen kistje neergezet met daarin dingetjes van mij als baby. Gewoon omdat ik behoefte heb aan iets tastbaars, dat ik echt besta en dat ik ooit geboren ben. Kleertjes die ik vroeger als baby heb gedragen. Een teken dat ik ook ooit een ‘kind van’ was en in iemands armen gelegen heb. Ook al lijkt het nu alsof diegene er niet is. Het is altijd maar weer een zoeken naar mijn plek en of ik die mag vinden...
Ik ben Hannah en dit is mijn verhaal.
Graag wil ik beginnen met te zeggen dat ik mijn ouders niet in een kwaad daglicht wil stellen. Ik geloof erin dat zij op hun manier hun best hebben gedaan, maar dat zij door omstandigheden niet goed voor hun kinderen hebben kunnen zorgen.
Mijn moeder is vlak na mij geboorte opgenomen en kon dus niet bij mij zijn. Iets wat absoluut niet goed is voor de hechting tussen moeder en kind. We waren thuis met een groot gezin, waarbij ik de enige was die naar normaal onderwijs ging. Ik groeide op in een onveilige situatie en ben vanaf jonge leeftijd meerdere periodes misbruikt door iemand uit mijn nabije omgeving. Als kind weet je niet anders en ga je er van uit dat het okay is. Ik had geen vergelijkingsmateriaal, want vriendinnetjes had ik niet. Mijn ouders wilden dat liever niet. Pas rond mijn 12e begon ik te merken dat er iets niet klopte. Ik zat niet lekker in mijn vel, omdat ik letterlijk tussen twee werelden fietste waarin ik me beide niet thuis voelde en mezelf niet kon zijn, iets waar ik tot op de dag van vandaag nog last van heb.

Ik voelde mij vaak eenzaam en alleen en werd op school gepest. Ik had veel gesprekken met hulpverleners, die wilden peilen of het thuis wel goed ging. Zij vertelden mij dat ik over deze gesprekken niks tegen mijn ouders mocht zeggen. Thuis werd er weer gezegd dat ik naar de buitenwacht niets mocht vertellen over wat er daar gebeurde. Op een gegeven moment ging ik geloven dat het allemaal aan mijzelf lag. Ik was niet goed genoeg en zou het wel verdiend hebben. Dit was immers wat mij werd verteld. Ik kon nergens mijn verhaal kwijt. Er brak een moment aan waarop er meerdere meldingen gedaan werden bij ‘Veilig Thuis’. Dit had als gevolg dat ik uit huis werd geplaatst. Mijn leven kwam toen in een rollercoaster terecht, waar ik pas 5 jaar geleden voorzichtig echt uit ben gestapt.

Ik begon mezelf af te sluiten, omdat ik steeds verplaatst werd tussen pleeggezinnen, scholen en instellingen. Iedereen werd een soort voorbijganger in mijn leven. Nergens had ik een plek waar ik thuis kon komen, waar ik geliefd werd en waar ik gewoon Hannah kon zijn. Werd er bijvoorbeeld in een pleeggezin een kindje geboren, dan moest ik weer verkassen. Op het moment dat ik dacht dat ik mijn leven een beetje op de rit had gekregen, werd ik opnieuw misbruikt: dit keer door een pleegouder. Ik had vrienden in de kerk, een baan en een fijne studie, maar toen het uitkwam raakte ik alles in één klap kwijt. En kon niet meer op die plek blijven. Ik kreeg het gevoel dat ik er beter niet meer kon zijn en ondernam een zelfmoordpoging. Ik overleefde, maar sindsdien drukte het leven elke dag zwaar op mij.  Altijd had ik een gevoel van eenzaamheid, omdat ik niemand had waarmee ik een verleden kon delen. Ik bracht een week door in het ziekenhuis op de IC. Het voelt nog steeds alsof God me op dat moment riep om te gaan strijden tegen het onrecht dat mij was aangedaan.

Het moment in mijn leven waarop ik realiseerde dat ik er echt alleen voor stond, was tijdens een dagbehandeling, waar ik ook naar school ging en mijn vmbo-eindexamen zou doen. Het bleek dat er geen examen voor mij was aangevraagd. Toen ik op de fiets zat om naar mijn pleeggezin te gaan, kwam de gedachte in me op: “denk je nou echt dat iemand voor je gaat opkomen?”. Toen ben ik omgedraaid en naar de school gefietst, naar een andere docent gelopen en heb gevraagd of er echt niks geregeld kon worden. Hij gaf aan dat het hem speet, maar dat hij echt niks voor me kon doen. Dit was enorm typerend voor mijn leven, want er ging altijd van alles mis. Er was nooit iemand die zei: “en nou is het klaar, dit kun je gewoon niet maken”. Nu moest ik eerst niveau 1, 2, 3 en 4 doen, voordat ik naar het HBO kon. Daardoor besefte ik steeds meer, dat ik voor mezelf moest opkomen: ik stond er alleen voor!

Als tiener dacht ik altijd: ‘als ik straks 18 ben, dan kan ik echt op mezelf gaan wonen, heb ik mijn eigen plekje en heb ik mijn ouders niet meer nodig’. Het is echter zo dat, hoe ouder je wordt, hoe ingewikkelder de situatie wordt. Rond mijn 18e woonde ik in een instelling, waar ik een spoedcursus ‘op jezelf wonen’ kreeg. Ik moest letterlijk ’s avonds melden of ik wel mijn ondergoed had verwisseld, terwijl ik vanaf jongs af aan al voor mezelf had leren zorgen en als kind al gedeeltelijk het huishouden draaiende hield. Praktisch was ik allang klaar om op mezelf te wonen, maar emotioneel was ik er helemaal niet klaar voor. Helaas kreeg ik daar geen passende begeleiding in. Ik was doodsbang om dat laatste kleine beetje ‘veiligheid’ op te geven. Het op mezelf wonen ging in het begin dus niet goed.
 In die periode had ik ook een langdurige relatie met, wat ik nog steeds beschouw, de liefde van mijn leven. De angsten uit het verleden hadden echter zo’n invloed op mijn leven, dat we de relatie hebben beëindigd. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen een kind dezelfde pijn te laten ervaren als die ik zelf had meegemaakt: “ik blijf liever mijn leven lang alleen dan dat ik mijn kind zou beschadigen”. Het is goed dat het zo gegaan is, maar tegelijk merk ik ook dat ik daar de laatste jaren veel over heb gerouwd: of ik niet mijn hele toekomst heb laten bepalen door mijn verleden.
Tekst gaat verder onder de foto.
Pas 5 jaar geleden kwam het echte besef dat het niet okay en niet normaal was om zo met een kind om te gaan als wat er met mij is gebeurd. Ik dacht altijd dat het aan mij lag, omdat ik zo’n slecht kind was. Echter je hebt als kind geen goed referentiekader, maar nu ik volwassen ben kan ik mij er telkens weer over opwinden. Een kwetsbaar kind in een kwetsbare situatie… !

Twee en een half jaar geleden kwam ik bij een therapeut terecht die mij tijdens de behandeling de regie terug gaf over mijn eigen leven. Deze man zag mij echt staan en heeft mij het gevoel gegeven er onvoorwaardelijk voor mij te zijn. Iedereen die mij geholpen heeft in mijn leven werd ervoor betaald. Ik was een dossier voor hun, maar niet bij deze therapeut. Hij kaartte dingen eerlijk aan, luisterde naar me en liet me Hannah zijn. Het feit dat het, menselijk gesproken, niet meer goed komt tussen mij en mijn ouders, heeft het rouwproces versneld om mijn verleden te verwerken. Al moet ik wel zeggen dat rouw een levenslang proces is wat je niet af kunt sluiten. Door eerlijk tegen mij te zijn, heeft het mij geholpen de situatie te accepteren zoals deze nu is. Maar dat rouwen doet megaveel pijn. Als ik thuis ben voel ik de rouw in elke vezel van mijn lichaam.  De basis voor een eigen (t)huis waar je wordt gezien, onvoorwaardelijk wordt geliefd en waar je anekdotes kunt delen over vroeger, dat heb ik niet. Ik heb geen rol meer als dochter, zus of tante. Waar andere bladeren in een fotoalbum om dingen over zichzelf van vroeger te zien, heb ik een dossier waarin alles staat wat niet goed is gegaan in mijn leven. Ik ben op mijn 31e nog steeds op zoek naar erkenning door mijn ouders, terwijl ik die waarschijnlijk nooit zal krijgen.

Mijn vrienden hebben vrijwel allemaal kinderen. Het gemis van een eigen gezin van herkomst doet pijn als ik daarnaar kijk. Het is raar dat je iets kunt missen wat je als vreselijke tijd ervaren hebt. Rouwen om mensen die nog in leven zijn, maar geen deel uitmaken van je eigen leven. Ik heb altijd veel steun gehad aan mijn geloof, alhoewel het wel ingewikkeld is: hoe kan ik God als Vader zien als ik kijk naar mijn geschiedenis? Vergeving is ook iets waar christenen gelijk mee komen, maar daar krijg ik het heel benauwd van.  Ik kan niet goed begrijpen dat God alles heeft toegelaten. De ‘waarom’ vragen spoken vaak door mijn hoofd, maar het geeft me wel steun dat God, ongeacht of ik het ervaar of niet, altijd dicht bij mij is.

Al een tijd ben ik op zoek naar een manier hoe ik mijn rouw vorm kan geven. Ik heb thuis een glazen kistje neergezet met daarin dingetjes van mij als baby. Gewoon omdat ik behoefte heb aan iets tastbaars dat ik echt besta en dat ik ooit geboren ben. Kleertjes die ik vroeger als baby heb gedragen, dat ik ooit een ‘kind van’ was en in iemands armen heb gelegen. Ook al lijkt het nu alsof diegene er niet is. Het is altijd maar weer een zoeken naar mijn plek en of ik die nog mag vinden. De eenzaamheid zit in elke vezel van mijn lijf. Ik kan het heel fijn hebben, maar dan is het contrast met de realiteit van het alleen zijn verschrikkelijk. Alles wat fijn is, is ingewikkeld. Je draagt het altijd bij je!

Ik hoop met het delen van mijn verleden een gezicht te geven aan deze vorm van rouw. Dat anderen zich er wellicht in kunnen (h)erkennen. Ook hoop ik dat het fysiek maken van mijn ervaringen, mij weer een stap verder helpt in mijn verwerkingsproces. Dat ik, naast alle innerlijke pijn, ook in verbinding kan blijven met anderen! 

REVIEW HANNAH

Enorm waardevol om een korte 'biografie' met passende foto's te hebben. Ik heb het als een waardevol proces ervaren om samen met Irmgard iets van mijn rouw vast te leggen in woord en beeld.
Spannend om zo kwetsbaar op de foto te gaan. Maar een heerlijk verwarmde ruimte, mijn eigen muziek en Irmgard haar aanwijzingen hebben geleid tot kostbare beelden. Toen ik tijdens de revealsessie de beelden te zien kreeg dacht 'this is really me'. Kwetsbaar, rauw, pijnlijk en krachtig tegelijk.

--------------------------------------
Heeft dit verhaal je geïnspireerd en zou jij ook je eigen verhaal in woord en beeld vastgelegd willen hebben? Boek dan een Life.Story! 
Back to Top